Hét biologische middel tegen hooikoorts is zeer effectief en erg simpel. Weg met al die pillen, druppels en sprays vol chemische ellende! Geen rode neuzen, jeukende ogen en niesbuien meer met... honing!
Waarom werkt honing tegen hooikoorts?
Bijen verzamelen nectar van bloemen en voegen hier enzymen aan toe, waardoor er honing ontstaat. Daarnaast stoppen ze hun raten vol met stuifmeelpollen als voeding voor hun larven. Alleen wassen ze tussendoor hun handjes niet. Als gevolg daarvan zitten er in een potje honing gemiddeld 40 soorten pollen. Door dagelijks pure honing in te nemen, went je lijf aan deze pollen en geeft geen sterke reactie meer op het moment dat het hooikoortsseizoen aanbreekt.
Welke honing kan je gebruiken?
Het is belangrijk dat je lokale honing gebruikt. Bijen vliegen maximaal 3 kilometer voor hun voedsel en in verschillende gebieden groeien verschillende soorten planten. In bijvoorbeeld de Veluwe bloeien andere gewassen dan in het kustgebied, honing uit deze gebieden bevat dus verschillende soorten pollen.
Honing van supermarkten en grotere merken, zoals De Traay, wordt verhit tot 75 graden voor het de potjes in gaat. Hierdoor worden de pollen vernietigd en zal de werking op je systeem uitblijven.
Zorg dus dat je een potje lokale, rauwe honing in huis haalt. Begin een maand voor het hooikoortsseizoen met het innemen van de honing. Dagelijks een theelepeltje pure honing in je mond laten smelten is voldoende. Het kan zijn dat je jeuk in je mond krijgt na het innemen, dit is meestal na een slokje water of spoelen weer verdwenen. Aan het eind van het hooikoortsseizoen stop je met je dagelijkse portie en het jaar erop begin je weer een maand van tevoren.
Tussentijds starten is ook mogelijk. Dit heb ik vorig jaar zelf gedaan (in juni) en het heeft me erg goed geholpen.
Waar haal ik lokale, rauwe honing?
Je haalt je honing bij de lokale imker. Deze kan je vinden via https://www.beeolocal.com/. Mocht je niets tegenkomen bij jou in de buurt, bel dan even met de lokale imkersvereniging (http://www.bijenhouders.nl/afdelingen). Meestal kunnen zij je verder helpen.